Aanduiding staalkwaliteiten algemeen
De aanduiding van staalkwaliteiten wordt geregeld in EN 10027 deel 1 (aanduiding op basis van symbolen) en deel 2 (nummeriek systeem, een kopie van het Duitse ‘Werkstoffnummern-system’) en in NPR-ECISS/IC10 (aanvullende symbolen voor de aanduiding met symbolen).
Een mogelijke verdere uitwerking van de aanduiding vindt plaats in de betreffende kwaliteitsnorm.
EN 10027-1 verdeelt de aanduidingen van de staalsoorten weer in twee hoofdgroepen:
groep 1 |
: |
staalsoorten die worden aangeduid op basis van hun gebruik en mechanische of fysische eigenschappen |
groep 2 |
: |
staalsoorten die worden aangeduid op basis van hun chemische samenstelling |
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de relevante basissymbolen, de betekenis ervan en de achtervoegsels zoals gegeven in EN 10027-1.
Betekenis |
Achtervoegsel |
||
|
|
|
|
S |
: |
(fijnkorrelig) constructiestaal |
|
P |
: |
staal voor drukvaten |
gespecificeerde minimum rekgrens |
L |
: |
staal voor transportleidingen |
(N/mm²) voor het kleinste diktebereik |
E |
: |
constructiestaal |
|
|
|
|
|
B |
: |
betonstaal |
karakteristieke rekgrens (N/mm²) |
Y |
: |
voorspanstaal |
gespecificeerde treksterkte (N/mm²) |
R |
: |
staal voor of in de vorm van rails |
gespecificeerde minimum treksterkte (N/mm²) |
|
|
|
|
H |
: |
koudgewalste platte producten met |
gespecificeerde minimum rekgrens (N/mm²) |
|
|
|
|
D |
: |
platte producten voor koudvervorming |
C voor koudgewalste producten D voor warmgewalste producten X indien de walsmethode niet is opgegeven |
|
|
|
|
Bij de staalkwaliteiten die worden aangeduid op basis van de chemische samenstelling worden drie groepen onderscheiden:
groep 1 |
: |
ongelegeerd staal |
groep 2 |
: |
laaggelegeerd staal |
groep 3 |
: |
gelegeerd staal, met uitzondering van snelstaal |
Ongelegeerd staal
De opbouw van de aanduiding is als volgt:
basissymbool |
: |
C, gevolgd door |
getal |
: |
gemiddeld koolstofpercentage x 100 |
voorbeeld |
: |
C45 |
Laaggelegeerd staal
De opbouw van de aanduiding is als volgt:
getal |
: |
gemiddeld percentage koolstof x 100, gevolgd door de chemische symbolen van de legeringselementen, gevolgd door; |
getal(len) |
: |
percentage(s) legeringselement(en) x factor. Getallen gescheiden van elkaar door een verbindingsstreepje. |
De getallen komen als volgt tot stand:
gew. percentage Co, Cr, Mn, Ni, Si en W |
x |
4 |
gew. percentage Al, Be, Cu, Mo, Nb, Pb, Ta, Ti, V, Zr |
x |
10 |
gew. percentage N, P, S, Ce |
x |
100 |
gew. percentage B |
x |
1000 |
Voorbeeld:
42CrMo4, een laaggelegeerd staal met nominaal 0,42% koolstof (42), gelegeerd met nominaal 1% (4 gedeeld door 4) chroom (Cr) en een niet nader aangegeven percentage molybdeen (Mo).
Gelegeerd staal
De opbouw van de aanduiding is als volgt:
basissymbool |
: |
X, gevolgd door; |
getal |
: |
gemiddeld percentage koolstof x 100, gevolgd door de chemische symbolen van de kenmerkende legeringselementen, gevolgd door; |
getallen |
: |
gemiddeld gehalte van de legeringselementen, van elkaar gescheiden door een verbindingsstreepje. |
Voorbeeld:
X5CrNi18-10, een gelegeerde (X) staalkwaliteit met nominaal 0,05% koolstof, gelegeerd met nominaal 18% (18) chroom (Cr) en 10% (10) nikkel (Ni).
Opmerking:
voor alle aanduidingen geldt dat ze voorafgegaan worden door de naam van het product, bijvoorbeeld band, plaat, plaatstrook en het nummer van de betreffende Europese norm.
Het MCB boek, een uitgave van MCB Nederland. Tel 040 - 2088333 Alle rechten voorbehouden. Disclaimer.